Tenslotte kuste Orpa haar schoonmoeder vaarwel
maar Ruth klemde zich aan haar vast

Ruth een vreemdelinge in Bethlehem

Uit het boek Ruth

Vanwege hongersnood trokken Elimelek en Naomi (Noömi)  met hun twee

zonen weg uit Bethlehem in  Juda naar Moab en bleven daar wonen. Elimelek

stierf. De zonen trouwden met een Moabitische vrouw, de een heette Orpa de

andere Ruth.  Tien jaar woonden zij daar. 

Nadat de twee zonen gestorven waren trok Naomi met haar twee schoondochters

weer naar Juda want God had gezorgd dat er weer brood was in Juda. Maar op

de terugweg naar Juda zei Naomi tot haar beide schoondochters: ‘Ga liever terug

naar het huis van je moeder. Daarop kuste zij hen maar zij begonnen luid te

schreien en zeiden: ‘Neen wij willen met u terugkeren naar uw volk.’ Maar

Naomi drong aan: ‘Gaat toch terug mijn dochters! Waarom zouden jullie met

mij meegaan? Heb ik dan nog zonen in mijn schoot, die jullie mannen kunnen

worden? Ga toch terug mijn dochters. Ik ben immers te oud om nog een man te

krijgen. En al zou ik zeggen: Er is hoop voor mij, en al zou ik nog vannacht een

man hebben en zonen krijgen, wachten jullie dan tot ze groot zijn?’

Tenslotte kuste Orpa haar schoonmoeder vaarwel maar Ruth klemde zich aan

haar vast en zei: ‘Dring er niet langer op aan dat ik u verlaat en terugkeer, zo ver

van u weg. Waar u gaat, ga ik; waar u blijft, blijf ik. Uw volk is mijn volk, uw

God is mijn God.’

Samen trokken zij verder tot zij in Bethlehem kwamen. De Moabitische Ruth

kwam als vreemdelinge te werken op het land van Boaz om aren te lezen. Boaz

was uit de familie van Elimelek de overleden man van Naomi. Boaz nam haar

op in het gezelschap van dienaressen en begunstigde ook haar schoonmoeder.

Ruth wilde op aanraden van Naomi bij Boaz in het gevlij komen.

Boaz verwierf de erfgoederen van Elimelek nadat een ander niet de

familieverplichting kon nakomen. Toen kon Boaz Ruth tot zijn vrouw nemen.

Hij had gemeenschap met haar; door Gods gunst en tot vreugde van Naomi

werd zij zwanger en baarde een zoon. Het kind heette Obed.  Obed verwekte Izaï en

Izaï verwekte David.


Willibrordvertaling KBS Boxtel 1981   Plus voetnoten   
Noömi = Naomi, ook wel Na-am, later Mara – Mirjam – Maria
Voor de volledige geslachtenlijst van Jezus zie Mattheüs 1, 1-17. 
Ook Maria stamt uit het geslacht van David. 

Het ‘huis’ van koning David is afkomstig uit Bethlehem,
ook al was zijn overgrootmoeder een vreemdelinge.

 

Op de Eerste Zondag van de Advent 29 November 2020

Zalig Kertfeest en Zalig Nieuwjaar. 
De Conservator.